Veelgestelde vragen over theaterlezen
Zijn de theaterleesboeken op AVI-niveau geschreven?
Sommige theaterleesboeken, vooral voor de beginnende lezers, zijn op AVI geschreven en deze lopen op in moeilijkheidsgraad.
Wat de boer zegt van zijn kippen (AVI M3 t/m E4)
Knip knap knuis (AVI M3 t/m E5)
Ook zijn de eerste verhaaltjes in Hieperdepiep! op laag AVI geschreven (M3) en ook deze bundel loopt op in moeilijkheidsgraad.
Voor
de overige titels geldt dat de teksten, altijd in dialoogvorm, over het
algemeen gemiddeld tussen M4 t/m M5 zijn geschreven. Het is de
bedoeling dat kinderen hun tekst / rol kiezen op belangstelling voor het
verhaal en voor het personage en niet op AVI-niveau. Je kunt immers
zodanig ondersteunen met bijvoorbeeld voor-koor-zelf-lezen,
dat een kind ook een iets hoger niveau kan lezen dan hij/zij beheerst.
Dit motiveert niet alleen, maar is ook heel uitnodigend voor de
leesontwikkeling.
Je herhaalt je de tekst immers een aantal keren, waardoor ook een wat moeilijke tekst toch vloeiender gaat klinken.
Juist zwakkere lezers ontlenen hieraan een gevoel van succes en trots!
Is theaterlezen als leesinterventie te gebruiken?
Alle principes van het RALFI-lezen, een bewezen effectieve leesinterventie, kun je naadloos op theaterlezen toepassen.
RALFI is een methodiek waarbij kinderen met leesproblemen relatief moeilijke
leeftijdsadequate teksten herhaald lezen, waarbij zij ondersteund worden door de leerkracht.
Het centrale doel van RALFI is het verbeteren van de vloeiendheid van het lezen en daarmee het leesniveau.
Het optreden - en het applaus dat daarbij hoort - motiveert extra tot herhaald lezen.
Hoort er altijd een optreden bij theaterlezen?
Een
optreden is sterk aan te bevelen. Het toewerken naar een optreden is
immers een authentieke reden om herhaald te lezen. Bovendien heb je zo
een speciaal, feestelijk moment in het vooruitzicht rondom de
leesvoorstelling.
Optreden kan op veel manieren: in de eigen klas,
thuis voor familie of vriendjes, voor ouders op school, in een andere
klas, bij een weekopening of -sluiting, met vakantie enz.
Maar je
kunt ook denken aan een geluids- of filmopname als optreden. Ook dan
werk je ergens naar toe. De opname kun je dan weer op de site van school
plaatsen of naar opa en oma sturen.
Zittend of staand theaterlezen?
Bij
het oefenen is het prima om te zitten. Maar bij het optreden gaan de
lezers staan. Het geeft een actievere houding en het publiek kan het
gezicht en dus ook de mimiek van de lezende kinderen zien; zorg er wel
voor dat je het boek niet voor je gezicht houdt ;-)
Het staan benadrukt bovendien 'het theater' en... staande kun je beter je welverdiende buiging in ontvangst nemen!
Gekke, grappige stemmetjes?
Soms
voelen kinderen zich uitgenodigd om met 'gekke stemmetjes' te lezen.
Hoge piepstemmen of lage bromstemmen. Probeer dit te ontmoedigen onder
het motto: 'Je krijgt er maar keelpijn van!'
Veel belangrijker is om met emotie te lezen, betekenisvol te fraseren, dynamisch te lezen (zoals snel, langzaam, hard of zacht).
Dat alles werkt krachtiger en betekenisvoller dan 'gekke stemmetjes'. Als begeleider kun je dit ook goed voordoen.
Wat is het verschil tussen drama en theaterlezen?
Bij drama leer je een tekst uit je hoofd en maak je meestal gebruik van een decor, verkleedkleren en attributen.
Bij
theaterlezen heb je niet meer nodig dan je boek en je stem, en publiek
natuurlijk. Met andere woorden: theaterlezen is en blijft tijdens het
oefenen én tijdens het optreden een leesactiviteit.
Je zou het 'stemtheater' kunnen noemen. Je benut de mogelijkheden van je stem om met expressie te lezen.
Hoe vaak oefen je een tekst?
Gemiddeld
oefen je een tekst vier tot vijf keer. De ene lezer zal meer en de
andere lezer minder oefening nodig hebben. Als je te vaak oefent, dan
leer je de tekst uit je hoofd en dat is niet de bedoeling, het blijft
immers een leesactiviteit. Oefen je te weinig, dan kom je onvoldoende
tot vloeiendheid.
Een korte tekst, zoals een theaterleesmop, kun je
in één of twee sessies herhaald oefenen alvorens de kinderen ermee
optreden. Bij een langere verhalende of informatieve theaterleestekst is
het aan te bevelen een aantal verschillende oefensessies te plannen,
die niet te ver uit elkaar liggen.
Eén van de oefensessies kan de 'generale repetitie' zijn.
Is theaterlezen alleen geschikt voor zwakke lezers?
Theaterlezen is een aantrekkelijke leesvorm voor alle kinderen. Het is alleen wel zo dat zwakke lezers er extra profijt van hebben. Door het herhaald lezen en de mogelijkheden tot ondersteuning bij het oefenen gaan ze vloeiender lezen. Dat leidt weer tot leesbegrip en minstens zo belangrijk: tot leesplezier!Als ze ten slotte een applaus in ontvangst kunnen nemen na een leesvoorstelling, geeft dit een enorme succeservaring!